Museum

Het museum werd geopend op 1 oktober 2004 en is het resultaat van ruim 30 jaar
intensief verzamelen. Een unieke collectie van de Zweedse achterwielaandrijver. Wat is
er te zien? Zeldzame Volvo’s (1:1) vanaf 1954, 5.500 Volvo modelauto’s, posters,
brochures, instructieboekjes, emblemen en Volvomobilia. Er zijn ook veel blikken
modellen uit de 50er jaren en legio Volvo gadgets. Elk voorwerp heeft een eigen verhaal
en Ernst kan daar op smakelijke wijze over vertellen.

Foto’s van de opbouw en de opening van het Volvomuseum.

Onder de noemer ‘Restauratieatelier voor klassieke automobielen met showmogelijkheid’ kan het Wijdemeerse raadslid (VVD) – zich bewust van het welbekende glazen huisje waarin hij zit – er op legale wijze zijn jongensdroom verwezenlijken. ,,Dit is de droom van elke verzamelaar.”

Kasteleijn is al dertig jaar gek van het Zweedse automerk en dat is inmiddels tot ver buiten de landsgrenzen bekend. In die tijd bouwde hij een indrukwekkende verzameling op van ‘echte’ Volvo’s, modellen van twee centimeter tot ruim een meter, dinkytoys, posters, brochures, vlaggen en reclamemateriaal.

Volgende week vertrekt hij weer naar Zweden om een chassis van het prototype van de P1900 op te halen.

De geschiedenis van de 1800/1900 begint met ontwikkelingen in de Amerikaanse auto-industrie begin 50-er jaren. Eén van de opvallende dingen daarin is de belangstelling voor carrosserieën ontwikkeld van polyester. Bij Volvo leidde dat ondermeer tot nieuwe ideeën over een te ontwikkelen sportwagen, waarbij de gedachten uitgingen naar een polyester carrosserie op een onderstel van de PV. Zoals altijd nam Volvo ruim de tijd voor haar ontwikkeling. Van prototype naar prototype leidde dat uiteindelijk in 1956 tot de opdracht om 100 auto te maken; de P1900 is geboren. Een auto van ruim 4,2 meter lang, 850 kg zwaar; zwaar leunend op de techniek van de PV444 en beschikkend over een handgeschakelde 3-bak. Helaas, helaas, de auto vertoonde teveel mankementen, ook in ogen van Gunnar Engellau, direkteur uit die tijd. Van hem gaat het verhaal dat hij in een weekend ruim 950 km met de auto gereden heeft en zo schrok van de belabberde kwaliteit van de auto dat hij ter plekke besloot de auto uit productie te nemen.

kijk ook ff in de Gooi & Eemlander